AI en het brein: we begrijpen genoeg van het brein, om te weten dat AI het nog niet begrijpt.
Kunstmatige intelligentie verovert in hoog tempo de wereld van neuromarketing. Volgens het artikel “Neuro-Marketing Meets AI: How Brain Science is Changing Digital Ads” (oktober, 2025) staan we aan de vooravond van een revolutie. Algoritmes zouden binnenkort uit hersenactiviteit kunnen afleiden wat mensen voelen en wat ze gaan kopen.
Maar hoeveel weten wij eigenlijk zelf van het brein? En hoeveel zou AI daarvan kunnen begrijpen? Wij weten inmiddels genoeg om te beseffen dat het nemen van beslissingen complexer is, dan wat we kunnen zien of meten. Wie zich een beetje in AI heeft verdiept weet dat AI vooral kijkt naar (en leert van) patronen, terwijl het brein kijkt naar (en leert van) de betekenis. Mits goed getraind herkent AI patronen in data (vormen, kleuren, woorden, gezichten) zonder te weten wat ze betekenen of hoe dat voelt. Het brein daarentegen koppelt diezelfde prikkels meteen aan betekenis, ervaring en emotionele waarde.
Laten we eens kijken waarnaar het artikel met de ronkende kopregel aan refereert en of het hout snijdt wat Mevrouw Laura J. Bal zegt: “AI kan gezichtsuitdrukkingen analyseren, oogbewegingen volgen en zelfs hersengolven interpreteren om te voorspellen of iemand betrokken is”. Dat denk ik ook wel, maar leidt betrokkenheid ook tot koopgedrag? Niet per se, en als we naar de breinactivatie van de gemiddelde Effie kijken zelfs per se niet. Je hoeft je niet bij Oral B betrokken te voelen om een tube tandpasta te kopen. En anderzijds kan je zeer betrokken zijn bij iemands lot of ellende zonder daar iets aan te kunnen of zelfs willen doen.
Als je al 15 jaar in breinen mag kijken........





















Toi Staff
Gideon Levy
Tarik Cyril Amar
Sabine Sterk
Stefano Lusa
Mort Laitner
Mark Travers Ph.d
Ellen Ginsberg Simon
Gilles Touboul
John Nosta